© Rootsville.eu

Boogie Boy (B)
Rhythm 'n Blues
Mijn Gedacht Ranst
(09-05-2021)
report: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput


info club: Mijn Gedacht
info band:
Boogie Boy

© Rootsville 2021


Wat een gedacht, een heus live-optreden in “Mijn Gedacht” moet uitbater Rudy Timmermans gedacht hebben toen hij voor deze zonovergoten 9de mei niemand minder dan Boogie Boy, flamboyante rasentertainer, alias de befaamde voormalige concertorganisator Paul Ambach zijn alter ego boekte als master of ceremonies voor de aftrap van een reeks openluchtconcerten onder het tentpaviljoen boven het terras van zijn Brasserie aan het iconische voetbalveld van FC de Kampioenen.

Dat moesten ze ons geen twee keer vertellen na maandenlang snakken naar enig live-entertainment in plaats van al die steriele Zoom-toestanden ! In het geheel Coronaproof prachtige decor van het zomerse openluchtterras hing het bordje “Sold Out” dan ook te pronken voor wat het eerste concert zou worden na maandenlang beroofd te zijn van onze favoriete vrijetijdsbesteding.

Paul Ambach, kleurrijk gebrild en uitgedost as ever stond gretig onder zijn fedora te blinken met assistentie van diens zoon, Nathan Ambach (ook gekend als N8N) op drums, sterbassist Bert Embrechts en snarenwonder Little Chris (Christian Naux) om de spits af te bijten met BB Kings’ “Everyday I have the Blues” en een gruizelig mooi gezongen “Tobocca Road”, terwijl de ondertussen 73-jarige Ambach(ts)man zichzelf subliem soulvol begeleidde op de toetsen van zijn stemmige orgel in de frontlinie. “Got My Mojo Working” kreeg al meteen een heerlijke bassolo mee en het meer dan dankbare publiek werd tot enige vocale participatie aangezet tijdens Ray Charles zijn “"Hallelujah I Love Her So”.

Het gerstenat smeerde de dorstige kelen voor een ware zangstonde à la Cab Calloway bij monde van “Let the Good Times Roll” en dan was het tijd om zoonlief Nathan Ambach te laten schitteren met zijn white soulvoice in alweer een BB King klassieker, “The Thrill is Gone”. Kippevel alom en Christian Nauw vergaste de luchtgitarist in ons op een fantastische solo die bovenop de tafel ten berde werd gebracht terwijl vader Paul op zijn orgeltje groovede dat het geen naam had. Tonnen sfeer en alleen maar lachende gezichten terwijl de open air Blues Ballroom op de buitenplancher van “Mijn Gedacht” denkbeeldige beentjes deed zwaaien en iedereen netjes op zijn stoel bleef terwijl deze Back to the Blues-hommage voortdenderde als een TGV met de predikaten GGG (Gezellig/Grappig/Gedreven) mits Ray Charles zijn “What d’I Say” en zo waren we na een korte pauze al in de tweede set beland.

Die begon elegant met een mooi openbloeiend “Georgia” uit de gouden keel van Nathan Ambach, die zich vocaal situeert tussen een Vlaamse Otis Redding en ene Jamie Lidell op de tonen van een bloem van een solo van de gitarist in het bloemenhemd. Prachtig. De esbattementen werden verder gezet met een vrolijk swingend “I got a Woman”, uitmondend in een viriel vocaal intermezzo waarbij Nathan ode bracht aan de betreurde Prince met een pittige portie scat en een funky flard “Kiss” als tribute to his Royal Highness Roger Nelson (waarvan Nathan de afterparties mocht organiseren toen het purperen funkwonder nog onder de levenden was). Er kwam nog een flard “Papa was A Rolling Stone” voorbij en na deze climax werd er even gas teruggenomen voor een wederom meerstemmig “Stand by Me”, een zacht van binnenstrelen geprevelde koorzang die vergezeld werd door een seated Mexican wave.

Daarna mocht het weer een versnelling hoger waarbij Paul “Boogie Boy” Ambach al het patina van zijn koperkleurig stembanden afschraapte en herinneringen opriep aan het gezegende jaar 1972 toen hij de nog piepjonge Joe Cocker voor een eerste keer in Vorst Nationaal liet triomferen na een roemruchte Australische tournee met een heuse gospelversie van de Cocker classic “Unchain My Heart” (origineel van Ray Charles uit 1962), inclusief paukenslagen en alweer een ereschavot voor de killer slapping base van Bert Embrechts, die de Larry Graham die in hem huist duchtig mocht loslaten. Voor de gallerij werd er nog een fluks “I Feel Good” (James Brown) tegenaan gesmeten en ter bevordering van de samenhorigheid in tijden waarin we elkaar niet mogen aanraken kregen we nog een ingetogen streepje Louis Armstrong geserveerd als mentale symbiose met diens “Wonderful World”, deep down from inside …

“Speciaal voor alle moeders in de zaal” mocht Nathan nog een eigen compositie “Hey Mama” zingen op deze eigenste moederdag en werd er nog een mini-medley aangebreid met fragmentjes Prince en Stevie Wonder. Het publiek kon moeilijk afscheid nemen van dit stemmige combo en met nog een denkbeeldige slepende plakker op de plancher, Same Cooke zijn “Bring it on home to me” werd er een kers gezet op de taart van deze zonovergoten namiddag. Boogie Boy mocht nog eventjes zijn beroemde jongleerkunsten met de microfoon demonstreren en bij wijze van afscheid werd een symbolisch “It’s allright” A capella als epiloog gezongen door de vier klasbakken op het podium van “Mijn Gedacht”.

OK, het was een concert in de late namiddag, niet s’avonds. Maar het uiterst gezellige kader en de  kleinschaligheid deed het weer puur om de muziek draaien. Boogie Boy is the name, music is the game. Blij dat wij ons spelletje weer met mondjesmaat kunnen bedrijven, ”Blues is a method for whatever ails you” zei BB King ooit. Dit concert bood naast soelaas en levensvreugde ook een spirituele dimensie en zo gaan we langzaam op naar méér muziek. Het valt moeilijk te beschrijven hoe we dit gemist hebben ... Enne … wordt vervolgd, want concerten zijn plezant ! :-)